In het hoofdgebouw zaten de commune faciliteiten voor de twee schoolgemeenschappen: het chemisch laboratorium voor de schei- en natuurkundelessen, het biologielokaal met de tribuneachtige oplopende lessenaars met aan de wanden, doorgaans in kasten, de geraamtes en opgezette diersoorten, al of niet ondergedompeld in sterk water, geprepareerde en opgezette insectencollecties, verzamelingen geleedpotigen en schelpenhuizen. Op de grote middenzolder onder de koepelachtige uitbouw het aardrijkskundelokaal met de verschuifbare enorme wandkaarten. Deze opstelling leidde ertoe dat de jongens en de meisjes bij de wisseling van de lesuren elkaar moesten kruisen in de hal en de granitogangen, op weg naar één van deze gemeenschappelijke lokalen. De jongen kon dan het meisje eens dichter bekijken en omgekeerd, maar aangezien de leraars ook medeliepen konden geen boodschappen worden uitgewisseld die wellicht konden leiden tot afspraakjes. Wanneer er gemeenschappelijk schoolbal was of een kooruitvoering mocht men wel een meisje "vragen" als jongen, maar wanneer dat dan moest gebeuren en hoe, daarover gaf de moderator van deze festiviteiten (onvermijdelijk een priester als geestelijk adviseur van de scholengemeenschap) geen uitsluitsel. Het Gymnasium Augustinianum, iets verderop, noordwaarts dan naar de Dommel, maakte soms ook gebruik van de faciliteiten die de middenbouw bood. Want deze waren redelijk prijzig in de aanschaf en vereisten ook de aanwezigheid van gasleidingen, bijvoorbeeld voor de bunzenbranders. En witte jassen, waarin natuurlijk al gauw grote gaten vielen. Ik laat in het midden of deze huiver voor "co-educatie" pedagogisch of psychologisch wel een juiste zienswijze gaf aan het onderrichtend personeel over de geslachtelijkheden die de mensheid erop na pleegt te houden, zij het niet altijd ter vitale voortplanting. Na 1968 werd die afkeer van de co-educatie abrupt losgelaten van het ene moment op het andere. En dat bracht weer andere complicaties teweeg in de roomse organisatie van OMO, Ons Middelbaar Onderwijs.
|
De Knuvelderlaan ligt geheel op het terrein van van het voormalige St. Joriscollege, de Elzentlaan heet nog steeds Elzentlaan, vanaf de Jacob Catslaan/Bilderdijklaan tot de kruising met de Stratumsedijk. Gerard Strijards, wat hebben de Roomsen toch altijd moeite gedaan om de bokken van de geiten te scheiden. Wij protestanten moesten daar nog wel eens om lachen. Bij ons zaten jongens en meisjes in dezelfde groepen vanaf de bewaarschool. Priesters/moderatoren kenden wij niet. Wel werd onze school, het Lorentz Lyceum, tijdens de jaarlijkse Paasvoetbaltoernooien aangeduid als St Lorentz. De Nobelprijswinnaar zou misschien wel verguld zijn geweest met die ad hoc heiligverklaring.
|