EiB header publiek

Het heden en verleden van Eindhoven

Responsive Navigation
Google Maps

Uw selectie...

Fotonr.:

4755

Bijdrager:

Jaar:

Niet bekend

Stadsdeel:

Strijp

Buurt:

614 Schouwbroek

Straat:

Strijpsestraat

Onderwerp 1.:

Religie

Onderwerp 2.:

Katholieke Kerken

Onderwerp 3.:

Strijp, St Trudo

Een reactie op deze foto insturen


Ik heb de algemene voorwaarden gelezen en akkoord bevonden

image




  • facebook
  • twitter
  • img
Strijps luihuis

Beschrijving

Het oude luihuisje van de Trudokerk. In sommige geschriften werd dit ook wel 'Belfort' genoemd. Op de achtergrond rechts is nog een stukje van de omheining van het oude kerkhof zichtbaar. 
Zoals het luihuis of bellefort hier staat afgebeeld, is het geworden in 1807 op basis van een wetsbesluit van koning Lodewijk Napoleon, een broer van keizer Napoleon Bonaparte. Het luihuis was veel en veel ouder met een zware eikenhouten klokkenstoel uit de vijftiende eeuw met drie fraaie luidklokken uit de vijftiende eeuw: Trudoklok, Mariaklok en Annaklok, gegoten in 1436, 1452, 1460, op de plaats waar het zuidertransept van de neogothische Trudokerk aansluit op het schip westwaarts. Daar werd de gietkuil met de lemen gietschulpen gevonden.  In 1936 liet pastoor Werners het luihuis afbreken en de klokken omsmelten. Hij wilde klokken in de nieuwe toren die hij toen liet bouwen. Daar had hij het brons van die middeleeuwse klokken voor nodig. Het hek, dat zuidelijk achter dat luihuis loopt is het hek van de pastorietuin aan de Strijpsestraat, precies zoals dat er nu ook bij ligt.
Links op de foto was later in de jaren vijftig de sigarenwinkel van Kuipers gevestigd. Daarnaast Jan Bijnen verlichting. (Red.)


Geplaatst op

26-04-2024

Reacties:

Datum: 13-06-2020
Naam: gerard strijards  
img

Vóór het luihuis lag een brandkuil. Wat nu "het Trudoplein" wordt genoemd, was vanaf ongeveer 1300 de "gemeyne weide" van Strijp: de grond die de dorpsgenoten gemeenschappelijk ten algemene nutte gebruikten. Die weide was onvervreemdbaar. De mensen die runderen of schapen, geiten en bokken wilden doen weiden op de heide van Strijp, in de richting van Woensel, lieten daar hun vee grazen totdat de gemeenschappelijke herder ze kwam ophalen. De brandkuil was natuurlijk een bluswaterreservoir en een opslagplaats voor drinkwater. Ze stond in verbinding met het overloopgebied van de Gender bij Gestel (de "beemden" of ook wel kortweg, "de bimd"), die uitkwam in waterlopen die het Schaue Broek voedden, een soort moerasgebied dat tot de omwalling van Eindhoven reikte. Die verbinding werd gevormd door een graaf of gracht die vlak langs het eeuwenoude kerkhof liep. Midden op dat kerkhof stond het middeleeuwse kerkje. Er werd steeds begraven zonder de onderste graven te ruimen. Dat mocht immers niet: de doden zouden op de dag van het Laatste Oordeel, stoffelijk verenigd met hun gebeenten weer moeten kunnen opstaan om ieder afzonderlijk door god de vader berecht te worden voor wat betreft hun eeuwigdurende zonden-schuld. Een graf in gewijde aarde mocht nimmer geroerd worden. De graflagen op het kerkhof stapelden zich op. En de laatste graven met ontbindende lijken lagen dus vaak veel te hoog in het maaiveld. Er sijpelden lijkgiffen in de grachtjes die de brandkuil voedden. De dorpelingen plachten daardoor vergiftigd water te drinken. Daaruit kwamen de merkwaardige "katterale koortsen" voort waarom Strijp zo berucht was tot in het begin van de twintigste eeuw. Cholera, typhus, vliegende zinkings, de Strijpenaren dronken het in. Dat moest een oorzaak hebben. Die werd gezocht en gevonden bij allenige vrouwtjes die de Strijpenaren beheksten via kraaien. Daarom werd Strijp "heksenland" genoemd en vandaar het Strijpse volkslied over de "Strijpse kraaien". Strijp was arm en kon geen riool doen aanleggen. Tot de annexatie door Eindhoven was het van deze hygiënische voorziening verstoken.